NJ 1990, 503
HR, 27-02-1990, nr. 86662
HR 27-02-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8493, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 februari 1990
- Magistraten
Bronkhorst, Jeukens, Beekhuis, Govaerts, Neleman, Fokkens
- Zaaknummer
86662
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
ZC8493
- JCDI
JCDI:ADS146515:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8493, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑02‑1990
- Wetingang
Essentie
Een redelijke uitleg van art. 588 lid 2 Sv brengt mee dat, indien op het in de dagvaarding en de akte van uitreiking vermelde adres op de dag van aanbieding niemand is aangetroffen en, zoals het hof heeft vastgesteld, ‘de desbetreffende woning dichtgespijkerd, en onbewoonbaar en onbewoond was’ en daarom geen mededeling als bedoeld in evengenoemde bepaling is achtergelaten, de dagvaarding niettemin als geldig betekend kan worden beschouwd, indien is komen vast te staan dat de geadresseerde op de dag van aanbieding en vijf dagen nadien op vorenbedoeld adres stond ingeschreven in het bevolkingsregister.