NJ 1990, 469
HR, 13-02-1990, nr. 86397
HR 13-02-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8482
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 februari 1990
- Magistraten
Bronkhorst, Keijzer, Neleman, Leijten
- Zaaknummer
86397
- LJN
ZC8482
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8482, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑02‑1990
- Wetingang
Sv art. 97 lid 1; Sv art. 181 lid 1; Sv art. 338
Essentie
Gelet op 's hofs feitelijke vaststelling dat de huiszoeking plaatsvond op 19 augustus en dat de officier van Justitie op 23 augustus een vordering tot gerechtelijk vooronderzoek en inbewaringstelling heeft ingediend kon het hof oordelen a. dat de officier van Justitie zo spoedig mogelijk zijn vordering gerechtelijk vooronderzoek heeft ingediend en b. dat verdachte door de omstandigheid dat het proces-verbaal van huiszoeking pas op 26 augustus bij het parket binnenkwam, niet in zijn procespositie is benadeeld.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Arnhem van 2 dec. 1988 alsmede tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.