NJ 1990, 419
HR, 16-01-1990, nr. 86241
HR 16-01-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC8391
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 januari 1990
- Magistraten
Bronkhorst, Keijzer, Govaerts, Meijers
- Zaaknummer
86241
- LJN
ZC8391
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC8391, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑01‑1990
- Wetingang
Sv art. 277; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
's Hofs overweging, dat i.c. afdoening van de zaak binnen redelijke termijn zwaarder weegt dan het recht van verdachte bij behandeling van de zaak aanwezig te zijn geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is overigens feitelijk en niet onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Hof te Amsterdam van 24 sept. 1986 in de strafzaak tegen E. van B.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rb. te Amsterdam van 24 nov. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.