NJ 1990, 292
HR, 19-12-1989, nr. 2437
HR 19-12-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC8366, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 december 1989
- Magistraten
Bronkhorst, Van Den Blink, Keijzer, Mout, Bleichrodt, Meijers
- Zaaknummer
2437
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
ZC8366
- JCDI
JCDI:ADS145996:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC8366, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑1989
- Wetingang
Sr art. 249 lid 2 onder 1°
Essentie
Uitleg van ‘gezag’ c.q. ‘waakzaamheid’ cfm. art. 249 lid 2 onder 1e Sr.
Samenvatting
Wetsgeschiedenis noch doel en strekking van art. 249 lid 2 onder 1e Sr geven steun aan een uitlegging van dat artikel waarbij onder ‘gezag’ c.q. ‘waakzaamheid’ mede worden begrepen gezag c.q. waakzaamheid die niet berusten op een juridische, geformaliseerde, relatie tussen de ambtenaar en bedoelde persoon, maar daarop dat ‘een persoon zich uit eigen beweging aan het gezag van de ambtenaar onderwerpt of zichzelf aan hem toevertrouwt of aanbeveelt’. Niet juist is 's hofs oordeel dat voor de vraag of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.