NJ 1990, 257
HR, 31-10-1989, nr. 2452
HR 31-10-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC8258
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 oktober 1989
- Magistraten
Van Den Blink, Jeukens, Mout, Leijten
- Zaaknummer
2452
- LJN
ZC8258
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC8258, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑10‑1989
- Wetingang
Sr art. 36b lid 1 onder 4°; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
Vordering tot onttrekking aan het verkeer cfm. art. 36b lid 1 onder 4e Sr. Toereikende weerlegging van het beroep op overschrijding van de redelijke termijn cfm. art. 6 lid 1 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), waarin tevens besloten ligt het oordeel dat de vordering niet strijdt met beginselen van een behoorlijke procesorde.
Voorgaande uitspraak
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rb. te 's-Gravenhage van 22 maart 1989, gegeven op een vordering van de OvJ in het arr. 's-Gravenhage ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.