NJ 1990, 443
HR, 03-10-1989, nr. 85732
HR 03-10-1989, ECLI:NL:PHR:1989:AB8522, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 1989
- Magistraten
Bronkhorst, Jeukens, Mout, Govaerts, Bleichrodt, Meijers
- Zaaknummer
85732
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AB8522
- JCDI
JCDI:ADS117819:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:AB8522, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AB8522, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑10‑1989
- Wetingang
Sr art. 1 lid 2; Sr art. 14c; Sr art. 249; EVRM art. 8
Essentie
1. De bijzondere voorwaarde dat de verdachte gedurende de proeftijd geen contact zal opnemen met zijn dochter (slachtoffer van incest) en haar zoon is een voorwaarde betreffende het gedrag cfm. art. 14c en is niet in strijd met art. 8 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
2. In de wijziging van de meerderjarigheidsgrens ligt wijziging van art. 249 Sr (‘ontucht plegen met minderjarige’) besloten.1
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Arnhem van 22 juli 1988 in de strafzaak tegen Cornelis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.