NJ 1990, 49
HR, 06-06-1989, nr. 84779
HR 06-06-1989, ECLI:NL:PHR:1989:AB9454, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juni 1989
- Magistraten
Bronkhorst, Jeukens, Mout, Govaerts, Bleichrodt, Fokkens
- Zaaknummer
84779
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB9454
- JCDI
JCDI:ADS66080:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:AB9454, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑06‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AB9454, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑1989
- Wetingang
Sr art. 140 lid 3 (oud); Sr art. 140 lid 1 (oud); Sv art. 350
Essentie
1. De strafverzwaringsgrond omschreven in art. 140 lid 3 Sr is geen essentieel onderdeel van de telastelegging; geen grondslagverlating.
2. Geen onjuiste rechtsopvatting omtrent de begrippen ‘rechtspersoon’ en ‘deelneming’ in art. 140 lid 1 (oud) Sr.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Arnhem van 7 dec. 1987 in de strafzaak tegen Willem H., geboren te Almelo, op 3 dec. 1940, te Apeldoorn.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rb. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.