HR, 25-04-1989, nr. 85314

Documentgegevens:

HR 25-04-1989, ECLI:NL:PHR:1989:AD0751

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 25 april 1989
Magistraten: Bronkhorst, De Waard, Jeukens, Mout, Govaerts, Meijers
Zaaknummer: 85314
LJN: AD0751
Vakgebied(en): Onbekend (V)
EU-recht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1989:AD0751, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑04‑1989
ECLI:NL:PHR:1989:AD0751, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑1989
Wetingang: Vogelwet 1936 art. 7; EG-Verdrag art. 30; EG-Verdrag art. 36

Essentie

Lagopus Lagopus Scoticus. HR stelt prejudiciele vraag in verband met art. 7 Vogelwet 1936 en art. 36 EEG-Verdrag. EEG-Verdrag art. 30.

(Voor HvJ EG 23 mei 1990 (zaak 169/89) zie NJ 1990, 761; TVVS 1990/9, p. 239 (MRM))

Samenvatting

HR: Voor zover art. 7 Vogelwet 1936 zich mede uitstrekt over het invoeren en onder zich hebben van dode Schotse sneeuwhoenders, welke in het UK geoorloofd zijn geschoten, heeft die verbodsbepaling onmiskenbaar het karakter van een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve invoerbeperking cfm. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.