NJ 1989, 512
HR, 29-11-1988, nr. 83480
HR 29-11-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0535, m.nt. G.J.M. Corstens
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 november 1988
- Magistraten
Van Der Ven, De Waard, Jeukens, Keijzer, Govaerts, Leijten
- Zaaknummer
83480
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
AD0535
- JCDI
JCDI:ADS66046:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0535, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑11‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0535, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑1988
- Wetingang
Sr art. 1 lid 2; Sr art. 37a; Sr art. 37b; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6
Samenvatting
Voldoende motivering van oplegging van tbr; de opvatting, dat, indien een verdachte zich uitdrukkelijk verzet tegen gebruikmaking van een in een vorige zaak met zijn toestemming opgemaakt psychiatrisch rapport, de rechter van dat rapport geen kennis mag nemen, vindt geen steun in het recht. Ingevolge art. XI van de op 1 sept. 1988 in werking getreden Wet van 19 nov. 1986, Stb. 587, zoals gewijzigd bij Wet van 7 juli 1988, Stb. 321, blijven rechterlijke uitspraken waarbij voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.