NJ 1989, 598
HR, 29-11-1988, nr. 2210E
HR 29-11-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0538
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 november 1988
- Magistraten
Bronkhorst, Van Den Blink, Beekhuis, Govaerts, Keijzer, Remmelink
- Zaaknummer
2210E
- LJN
AD0538
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Europees belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0538, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑11‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0538, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑1988
- Wetingang
Sr art. 33c lid 2; Sr art. 36b lid 1 onder 4°; Sr art. 36c; Sv art. 94; Sv art. 118 lid 1; Sv art. 552a lid 2; Sv art. 552f; EVRM art. 6; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
1. Beslissing op vordering tot onttrekking aan het verkeer betreft de vaststelling van burgerlijke rechten en verplichtingen van de eigenaar.
2. De stelling dat de rechter art. 6 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) niet ambtshalve mag toepassen vindt geen steun in het recht, ook niet indien het betreft de procedure van art. 552f Sv.
3. Ongebruikt verloop van de in art. 552a lid 2 Sv gestelde termijn staat een toetsing door de rechter van de vordering cfm. art. 552f Sv ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.