NJ 1990, 45
HR, 15-11-1988, nr. 84407U
HR 15-11-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AC4409, m.nt. A.H.J. Swart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 november 1988
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Mout, Keijzer, Govaerts, Leijten
- Zaaknummer
84407U
- Noot
A.H.J. Swart
- LJN
AC4409
- JCDI
JCDI:ADS66065:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AC4409, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑11‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AC4409, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑11‑1988
- Wetingang
Essentie
De klacht dat de feiten waarvoor de uitlevering is verzocht naar Nederlands recht niet juist zijn gekwalificeerd, faalt omdat het uitleveringsverzoek slechts betrekking heeft op een deel van de in het ‘Urteil’ vermelde feiten, aldus conclusie Openbaar Ministerie, waarnaar de Hoge Raad verwijst. ( NJ 1989, 535 vervalt hiermee.)
Verwant oordeel
Zie ook:
Ook gepubliceerd in NJ 1989, 535.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rb. te Middelburg van 11 mei 1988 omtrent een verzoek van de BRD tot uitlevering van C.G.T., geboren te Ciriati ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.