NJ 1989, 619
HR, 08-11-1988, nr. 84497U
HR 08-11-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AC0605
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 1988
- Magistraten
Bronkhorst, Keijzer, Govaerts, Fokkens
- Zaaknummer
84497U
- LJN
AC0605
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AC0605, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AC0605, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑1988
- Wetingang
Sv art. 306; UW art. 26 lid 3; UW art. 29; EUV art. 6 lid 3 onder e
Essentie
1. De bewering ‘Ik ben ten onrechte veroordeeld’ behoefde aan de toelaatbaarheid van de uitlevering niet in de weg te staan.
2. Geen tolk bij uitspraak; i.c. is de opgeeiste persoon daardoor niet in zijn belang geschaad.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rb. te Utrecht van 17 mei 1988, alsmede tegen alle op de zitting van deze Rb. gegeven beslissingen omtrent een verzoek van de Duitse deelstaat Baden-Wurttemberg (BRD) tot uitlevering van Horst Erich W., geboren te Lahr (BRD) op 5 aug. 1960, ten tijde van de bestreden uitspraak gedetineerd in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.