NJ 1989, 349
HR, 01-11-1988, nr. 2244, nr. 2245
HR 01-11-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AB7789, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 november 1988
- Magistraten
Van Der Ven, Jeukens, Mout, Keijzer, Govaerts, Meijers
- Zaaknummer
2244
2245
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB7789
- JCDI
JCDI:ADS65655:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Fiscaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AB7789, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑11‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AB7789, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑11‑1988
- Wetingang
Sv art. 94; Sv art. 98 lid 1; Sv art. 218; Sv art. 552a
Essentie
1. Inbeslagneming van correspondentie met advocaat. a. Het oordeel van de rechtbank dat de brief aan de advocaat niet vatbaar is voor inbeslagneming, nu deze deel uitmaakt van het vertrouwelijk verkeer tussen F. en zijn advocaat en dat daaraan niet afdoet dat deze brief mogelijk instructies bevat die de advocaat rechtens niet zou mogen volgen is niet onbegrijpelijk en geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. b. De stelling dat bij het oordeel of enig voorwerp vatbaar is voor inbeslagneming geen gegevens mogen worden betrokken die eerst na de inbeslagneming aan het licht zijn gekomen vindt geen steun in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.