NJ 1989, 455
HR, 11-10-1988, nr. 83718
HR 11-10-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AC2160
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 1988
- Magistraten
De Waard, Jeukens, Mout, Leijten
- Zaaknummer
83718
- LJN
AC2160
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Personen- en familierecht / Personenrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AC2160, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AC2160, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑1988
- Wetingang
Sr art. 1 lid 2; Sr art. 55 lid 1; Sr art. 247; Sr art. 249; BW art. 1:233
Essentie
1. In de wijziging van de meerderjarigheidsgrens in art. 233 BW (1 juli 1987, Stb. 333) op 1 jan. 1988 ligt wijziging van art. 249 Sr besloten; art. 1 lid 2 Sr brengt mee dat de strafbaarheid van het bewezen verklaarde ‘ontucht plegen met zijn minderjarig kind’ is vervallen vanaf het tijdstip dat dat kind 18 jaar werd.