NJ 1989, 477
HR, 01-07-1988, nr. 83015
HR 01-07-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AB7699
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juli 1988
- Magistraten
Van Der Ven, De Waard, Jeukens, Mout, Keijzer, Remmelink
- Zaaknummer
83015
- LJN
AB7699
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AB7699, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑07‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AB7699, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑1988
- Wetingang
Sv art. 261; Sv art. 350; Sv art. 358; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; AWR art. 2 lid 1 onder a; AWR art. 8 lid 1; AWR art. 68 lid 1 onder a
Essentie
1. ‘Een bij de belastingwet voorziene aangifte’ cfm. art. 68 lid 1 onder a Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR).
2. Grond van aangifteplicht niet vermeld; telastelegging voldoende feitelijk.
3. Kennelijke vergissing in bewezenverklaring.
Samenvatting
Toereikend bewijs van ‘een bij de belastingwet voorziene aangifte’ cfm. art. 68 lid 1 onder a AWR. Ingevolge art. 2 lid 1 onder a AWR is in die term mede begrepen een aangifte door invulling en ondertekening, stellig en zonder voorbehoud, van een uitgereikt aangiftebiljet cfm. art. 8 lid 1 AWR.
Voorgaande uitspraak
Arrest op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.