NJ 1989, 215
HR, 21-06-1988, nr. 83944U
HR 21-06-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0377
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 1988
- Magistraten
Beekhuis, Mout, Davids, Keijzer, Govaerts, Remmelink
- Zaaknummer
83944U
- LJN
AD0377
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0377, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0377, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑1988
- Wetingang
UW art. 10 lid 1; UW art. 12; UW art. 30 lid 2; EUV art. 14; EUV art. 15; Vluchtelingenverdrag art. 33
Essentie
1. De uitleveringsrechter dient zich niet uit te laten over hetgeen de verkrijgende partij gehouden is te doen ten aanzien van de opgeeiste persoon na executie van de straf.
2. Art. 33 Vluchtelingenverdrag is niet van toepassing op de procedure inzake de toelaatbaarverklaring der uitlevering.
3. De Hoge Raad als cassatierechter heeft niet tot taak de minister, indien de gevraagde uitlevering toelaatbaar is, te adviseren omtrent het aan het verzoek tot uitlevering te geven gevolg.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rb. te 's-Gravenhage van 14 jan. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.