NJ 1989, 16
HR, 19-04-1988, nr. 83216
HR 19-04-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0275
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 1988
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Govaerts, Meijers
- Zaaknummer
83216
- LJN
AD0275
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0275, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0275, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑1988
- Wetingang
Sv art. 588; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
1. Het hof behoefde niet te doen blijken te hebben onderzocht of de appeldagvaarding inderdaad — zoals de akte van uitreiking vermeldt — in persoon is betekend; dit wordt tevergeefs bestreden met een beroep op de in cassatie niet vaststaande omstandigheid dat het niet verdachtes handtekening is die op de akte van uitreiking staat.
2. Berechting bij verstek. Bijna 2 jaar en 2 maanden verstreken tussen het instellen van hoger beroep en de uitreiking van de appeldagvaarding; toch geen overschrijding van de redelijke termijn conform art. 6 lid 1 Verdrag tot bescherming van de rechten van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.