NJ 1989, 163
HR, 29-03-1988, nr. 82725
HR 29-03-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0261
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 1988
- Magistraten
De Waard, Mout, Davids, Remmelink
- Zaaknummer
82725
- LJN
AD0261
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0261, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0261, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑1988
- Wetingang
Sr art. 56; Sv art. 261; Sv art. 350; Dienstplichtwet art. 12 lid 1
Essentie
1. Art. 12 lid 1 Dienstplichtwet legt aan elke voor de dienstplicht ingeschrevene twee plichten op; de telastelegging is niet onduidelijk; geen grondslagverlating.
2. Totaalweigeraar; 's hofs oordeel dat het bewezen verklaarde (art. 12 Dienstplichtwet) en het feit waarvan verdachte op 7 april 1986 door de krijgsraad is vrijgesproken (art. 114 Wetboek van Militair Strafrecht) niet uit een en hetzelfde wilsbesluit voortkomen, is niet onbegrijpelijk en kan de beslissing dragen dat zich geen voortgezette handeling voordoet. Hieraan kan niet afdoen dat beide handelingen hun grondslag zouden vinden in de onveranderd gebleven overtuiging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.