NJ 1989, 14
HR, 29-03-1988, nr. 82201
HR 29-03-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0257
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 1988
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Meijers
- Zaaknummer
82201
- LJN
AD0257
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0257, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0257, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑1988
- Wetingang
Sr art. 225 lid 2; Sv art. 250 lid 5; Sv art. 348; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
1. Dagvaarding uitgebracht voordat resp. nadat het gerechtelijk vooronderzoek is gesloten; ontvankelijkheid van de officier van Justitie.
2. Onbegrijpelijk bewijs van het voortgezette misdrijf: opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift als ware het echt en onvervalst, terwijl uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Arnhem van 20 nov. 1986 in de strafzaak tegen Hendrikus B. geboren te Enschede op 27 okt. 1956, te Enschede.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.