NJ 1988, 785
HR, 22-03-1988, nr. 83064
HR 22-03-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0225, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 maart 1988
- Magistraten
Van Der Ven, Mout, Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Remmelink
- Zaaknummer
83064
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AD0225
- JCDI
JCDI:ADS160629:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0225, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑03‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0225, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑1988
- Wetingang
BW art. 1:233 (oud); Sr art. 242; Sv art. 500f (oud); RO art. 99 lid 1 onder 1°
Essentie
1. In strijd met het bepaalde in art. 500f (oud) Sv heeft een behandeling ter zitting tegen een ten tijde van die zitting conform art. 1:233 (oud) BW minderjarige verdachte niet met gesloten deuren plaatsgevonden; toch geen nietigheid.
2. Toereikend bewijs van verkrachting; van bedreiging met geweld in de zin van art. 242 Sr kan ook sprake zijn indien de dader een dermate dreigende situatie heeft gecreeerd dat de vrees van het slachtoffer voor geweld van de zijde van de verdachte gerechtvaardigd is.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.