NJ 1988, 818
HR, 26-01-1988, nr. 82425
HR 26-01-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0157
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 januari 1988
- Magistraten
Bronkhorst, Keijzer, Govaerts, Leijten
- Zaaknummer
82425
- LJN
AD0157
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0157, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑01‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0157, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑1988
- Wetingang
Sv art. 29
Essentie
Toereikende weerlegging van het verweer dat de derde verklaring van de verdachte, als ‘vrucht’ van eerder onrechtmatig verkregen verklaringen, niet tot bewijs mocht worden gebezigd; 's hofs oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de verdachte tot zijn opgave is gekomen, uitsluitend omdat hij deze reeds eerder had gedaan zonder dat daaraan de cautie was voorafgegaan is feitelijk en niet onbegrijpelijk. Tot een nadere motivering was het hof niet gehouden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch van 14 juli 1986 in de strafzaak tegen F.J.G.
Hoge Raad: