NJ 1988, 913
HR, 26-01-1988, nr. 82005
HR 26-01-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0160, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 januari 1988
- Magistraten
De Waard, Jeukens, Mout, Meijers
- Zaaknummer
82005
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AD0160
- JCDI
JCDI:ADS146487:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0160, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑01‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0160, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑1988
- Wetingang
Sr art. 326; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
Ontoereikend bewijs van het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen; het plaatsen van een advertentie met een niet (altijd) waar te maken aanbod levert geen listige kunstgreep op, aldus conclusie Openbaar Ministerie.
Samenvatting
Hoge Raad: Peek.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Leeuwarden van 7 nov. 1986 in de strafzaak tegen Theodorus Egbertus O., geboren te Ravenstein op 11 okt. 1940, te Ravenstein.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rb. te Groningen van 18 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.