NJ 1988, 790
HR, 12-01-1988, nr. 82314
HR 12-01-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AC2313
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 januari 1988
- Magistraten
Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Remmelink
- Zaaknummer
82314
- LJN
AC2313
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AC2313, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑01‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AC2313, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑1988
- Wetingang
Sr art. 40; Sr art. 197; Sv art. 280 lid 7; Sv art. 320; Sv art. 322 lid 2; Sv art. 358 lid 3; RO art. 99 lid 1 onder 1°
Essentie
1. De getuige-deskundige is tijdens het na de schorsing opnieuw aangevangen onderzoek ter terechtzitting niet opnieuw gehoord; in casu geen nietigheid.
2. Nu uit het proces-verbaal van de terechtzitting waarop het onderzoek opnieuw werd aangevangen niet blijkt dat het eerder gevoerde verweer is herhaald behoefde het hof niet uitdrukkelijk een beslissing hierop te geven; hieraan doet niet af dat de korte inhoud van het proces-verbaal van de eerdere terechtzitting is medegedeeld.
3. Toereikende weerlegging van het verweer dat de verdachte uit overmacht telkens naar Nederland terugkomt, nu hij zich nergens anders kan ophouden bij gebreke aan een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.