NJ 1988, 730
HR, 22-12-1987, nr. 81789
HR 22-12-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AD0123
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 december 1987
- Magistraten
Van Der Ven, Keijzer, Govaerts, Meijers
- Zaaknummer
81789
- LJN
AD0123
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AD0123, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AD0123, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑12‑1987
- Wetingang
Sr art. 250; Sv art. 261; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
1. Toereikend bewijs van bevorderen van ontucht conform art. 250 Sr; geen onjuiste opvatting van ‘bevorderen’; hiervan kan ook sprake zijn indien de dader tevens een veroorzakende rol heeft gespeeld of overreding heeft toegepast.
2. Het enkele verwijt dat de verdachte ontucht heeft gepleegd zonder dat daarbij melding wordt gemaakt van de feitelijke gedragingen waarop dit verwijt steunt, kan niet gelden als opgave van het feit conform art. 261 Sv.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Amsterdam van 20 nov. 1986 in de strafzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.