HR, 29-09-1987, nr. 80760

Documentgegevens:

HR 29-09-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC9988

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 29 september 1987
Magistraten: Van Der Ven, Jeukens, Mout, Davids, Keijzer, Leijten
Zaaknummer: 80760
LJN: AC9988
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1987:AC9988, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑09‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC9988, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑1987
Wetingang: Sr art. 55; Sr art. 57; Sr art. 157; Sv art. 306; Sv art. 338; Sv art. 358 lid 3

Essentie

1. Het hof heeft kunnen oordelen dat de verdachte en zijn raadsman het gevoerde bewijsverweer hadden laten varen, nu niet is gebleken dat zij op de nadere terechtzitting, gehouden met het kennelijke doel dit verweer te onderzoeken, bij het verweer hebben volhard.

2. Uitlokking van brandstichting waarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor een ander te duchten is; verdachte heeft geen redelijk belang bij de klacht dat het hof art. 57 Sr had moeten aanhalen in plaats van art. 55 Sr, aangezien bij toepassing van art. 57 Sr het maximum van de op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.