NJ 1988, 398
HR, 29-09-1987, nr. 1996
HR 29-09-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC9987
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 september 1987
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, Jeukens, Davids, Keijzer, Remmelink
- Zaaknummer
1996
- LJN
AC9987
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AC9987, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑09‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC9987, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑1987
- Wetingang
Sr art. 68; Sv art. 261 lid 3; Sv art. 314a
Essentie
Een dagvaarding conform art. 261 lid 3 Sv heeft blijkens art. 314a Sv een zodanig voorlopig karakter dat daaraan niet het vertrouwen kan worden ontleend dat niet voor enig feit dat daaronder zou kunnen worden gebracht — als thans in de kennisgeving van verdere vervolging omschreven — afzonderlijk zal worden vervolgd.