HR, 01-09-1987, nr. 1983

Documentgegevens:

HR 01-09-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AB7725

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 1 september 1987
Magistraten: Van Der Ven, Jeukens, Beekhuis, Mout, Keijzer, Remmelink
Zaaknummer: 1983
LJN: AB7725
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1987:AB7725, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑09‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AB7725, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑1987
Wetingang: Sr art. 33a; Sv art. 116; Sv art. 119; Sv art. 552a

Essentie

1. De uitlegging van het beklag conform art. 552a Sv is niet onbegrijpelijk; geen beklag mogelijk tegen het verzuim een ontvangstbewijs af te geven en de telling van het geldbedrag te controleren.

2. Beklag over inbeslagneming van een geldbedrag, dat door de rechter-commissaris is afgegeven aan de ontvanger der belastingen. Niet hoogst onwaarschijnlijk dat de rechter, later oordelend, het bedrag zal verbeurd verklaren.

Voorgaande uitspraak

Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rb. te Assen van 30 okt. 1986 op een beklag als bedoeld in art. 552a ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.