NJ 1988, 451
HR, 23-06-1987, nr. 81714
HR 23-06-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC9923
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 1987
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Remmelink
- Zaaknummer
81714
- LJN
AC9923
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AC9923, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC9923, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑1987
- Wetingang
Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6
Essentie
De stellingen dat de rechter in hoger beroep uitdrukkelijk moet motiveren 1. waarom hij — anders dan de rechter in eerste aanleg — bij de oplegging van een geldboete niet bepaalt dat het bedrag in gedeelten mag worden voldaan en 2. waarom hij tot een vrijheidsstraf komt van kortere duur dan in eerste aanleg opgelegd, vinden geen steun in het recht.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch van 10 april 1986 in de strafzaak tegen Petrus Johannes W., geboren te Oss op 9 febr. 1952, te Oss. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.