Inhoudsopgave
NJ 1988, 221:HR, 23-06-1987, nr. 1836
NJ 1988, 221
HR, 23-06-1987, nr. 1836
Documentgegevens:
HR 23-06-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC9908
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 1987
- Magistraten
Van Der Ven, Jeukens, Mout, Van Soest
- Zaaknummer
1836
- LJN
AC9908
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AC9908, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC9908, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑1987
- Wetingang
Sr art. 48 lid 1; Telegraaf- en Telefoonwet 1904 art. 20bis lid 3
Essentie
De opvatting dat uit de woorden ‘wordt gepleegd’ in art. 20bis lid 3 Telegraaf- en Telefoonwet 1904 volgt dat niet mag worden binnengetreden indien verdenking bestaat van ‘medeplichtigheid’ aan een strafbaar feit, vindt geen steun in het recht; geen onjuiste opvatting omtrent ‘behulpzaam bij’ conform art. 48 lid 1 Sr.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.