NJ 1988, 320
HR, 16-06-1987, nr. 81125M
HR 16-06-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC9886
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 juni 1987
- Magistraten
Van Der Ven, Jeukens, Davids, Leijten
- Zaaknummer
81125M
- LJN
AC9886
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AC9886, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑06‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC9886, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑1987
- Wetingang
Sr art. 37; Sr art. 38; Sr art. 39; Sr art. 40; Sr art. 41; Sr art. 42; Sr art. 43; Sr art. 44; Sv art. 350; Sv art. 359 lid 2; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6; WMSr art. 114
Essentie
1. Het staat de rechter vrij bij de strafoplegging in aanmerking te nemen hetgeen in redelijkheid is te verwachten met betrekking tot het toekomstig gedrag van beklaagde.
2. Ontoereikende weerlegging van het beroep op ontbreken van de materiele wederrechtelijkheid, aldus conclusie Openbaar Ministerie.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een sententie van het HMG van 2 juli 1986 in de strafzaak tegen Jeroen Pieter van der S., geboren te Herwijnen op 25 okt. 1965, te Leiden.
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.