NJ 1988, 181
HR, 02-06-1987, nr. 81233
HR 02-06-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC9880
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juni 1987
- Magistraten
Van Der Ven, Jeukens, Davids, Meijers
- Zaaknummer
81233
- LJN
AC9880
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal publiekrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AC9880, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑06‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC9880, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑1987
- Wetingang
Sr art. 231 lid 2; Vluchtelingenverdrag art. 31 lid 1
Essentie
1. Art. 31 lid 1 Vluchtelingenverdrag vrijwaart een vreemdeling niet van strafvervolging indien bij binnenkomst in Nederland op hem de verdenking rust van een commuun strafbaar feit, op Nederlands grondgebied — al dan niet in verband met die binnenkomst — gepleegd; het oordeel dat de verdachte zich niet ‘onverwijld’ conform dit artikel bij de autoriteiten gemeld heeft is een feitelijk oordeel (conclusie OM).
2. De overweging met betrekking tot ‘culpa in causa’ draagt zelfstandig de verwerping van het beroep op overmacht en noodweer (conclusie OM).
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.