NJ 1988, 218
HR, 19-05-1987, nr. 80938E
HR 19-05-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC9828
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 mei 1987
- Magistraten
Moons, De Waard, Jeukens, Beekhuis, Davids, Meijers
- Zaaknummer
80938E
- LJN
AC9828
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AC9828, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑05‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC9828, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑1987
- Wetingang
Sv art. 261; Sv art. 297 lid 5; Sv art. 350; Sv art. 358 lid 3; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; WED art. 29; WTK art. 42; WTK art. 43 lid 1; EVRM art. 6 lid 1
Essentie
1. De rechter-commissaris en de officier van Justitie konden de afloop van de voorlopige procedure conform art. 29 Wet op de economische delicten (WED) afwachten alvorens het gerechtelijk vooronderzoek te sluiten resp. de verdachte te dagvaarden. Geen overschrijding van de redelijke termijn.
2. Mededeling conform art. 297 lid 5 Sv van een proces-verbaal omvat ook mededeling van een daaraan gehecht ander proces-verbaal.
3. De omstandigheid dat een bewijsmiddel melding maakt van een bijlage waarvan de inhoud niet in het arrest is opgenomen, is van zodanig ondergeschikt belang dat die vermelding niet afdoet aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.