NJ 1987, 587
HR, 07-04-1987, nr. 80197: Redelijke termijn
HR 07-04-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AB9733, m.nt. Th.W. van Veen (Redelijke termijn)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 1987
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Waard, Beekhuis, Mout, Remmelink
- Zaaknummer
80197
- Conclusie
A-G Remmelink
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB9733
- Roepnaam
Redelijke termijn
- JCDI
JCDI:ADS146469:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AB9733, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AB9733, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑04‑1987
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 1; IVBP art. 14 lid 3 onder c
Essentie
Overschrijding van de redelijke termijn mag worden verdisconteerd in de strafoplegging; motivering van deze verrekening.
Samenvatting
Hoge Raad: Ingeval van overschrijding van de redelijke termijn respectievelijk onredelijke vertraging is de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie daarvan niet het enig mogelijke gevolg. Het staat de feitenrechter vrij een lagere straf op te leggen dan hij zonder schending van de desbetreffende rechten van de verdachte zou hebben gedaan. Daarbij dient hij de mate van deze schending in aanmerking te nemen en tevens aan te geven tot welke verlaging hij daarin aanleiding heeft gevonden.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.