HR, 17-03-1987, nr. 81706U

Documentgegevens:

HR 17-03-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC9764

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 17 maart 1987
Magistraten: Van Der Ven, Bronkhorst, Beekhuis, Mout, Keijzer, Leijten
Zaaknummer: 81706U
LJN: AC9764
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1987:AC9764, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑03‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC9764, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑03‑1987
Wetingang: EVRM art. 6 lid 1; UW art. 28 lid 1; UW art. 28 lid 2

Essentie

Vervolgingsuitlevering aan Belgie. Op grond van het vertrouwensbeginsel komt het de rechter van een aangezochte Staat bij het beoordelen van een uitleveringsverzoek niet toe te beslissen of enig recht van de opgeeiste persoon conform het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is of dreigt te worden geschonden; daaraan doet niet af dat mogelijkerwijs de uitlevering daadwerkelijk veel later zal geschieden in verband met een Nederlandse strafvervolging in een andere zaak. De rechter heeft de toelaatbaarheid van de uitlevering te beoordelen naar het tijdstip van de behandeling van het verzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.