HR, 03-03-1987, nr. 80972

Documentgegevens:

HR 03-03-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AB8328

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 3 maart 1987
Magistraten: Bronkhorst, De Waard, Beekhuis, Meijers
Zaaknummer: 80972
LJN: AB8328
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verkeersrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1987:AB8328, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑03‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AB8328, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑1987
Wetingang: Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; WVW art. 30 lid 1 onder a

Essentie

Ex art. 30 lid 1 onder a Wegenverkeerswet (WVW) moet ook de identiteit van degene die tijdens het ongeval het motorrijtuig bestuurde behoorlijk kunnen worden vastgesteld; toereikend bewijs van dit onderdeel van de telastelegging; de getuigenverklaring in het ambtsedig proces-verbaal ‘dat hij in botsing is gekomen met een lichtkleurige Mercedes, voorzien van het kenteken 35-DN-25’ is redengevend voor het bewijs.

Voorgaande uitspraak

Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch van 12 maart 1986 in de strafzaak tegen Theo Franciscus F., geboren te 's-Gravenhage op 28 nov. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.