NJ 1988, 540
HR, 24-02-1987, nr. 80666
HR 24-02-1987, ECLI:NL:HR:1987:AC9738
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 februari 1987
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Remmelink
- Zaaknummer
80666
- LJN
AC9738
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AC9738, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑02‑1987
- Wetingang
Sr art. 63; Sv art. 326 lid 4; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
1. Toepassing van art. 63 Sr in hoger beroep leidt niet noodzakelijkerwijs tot een lagere straf dan in eerste aanleg is opgelegd.
2. Het resultaat van de confrontatie met de twee verdachten is redengevend voor het bewijs van het ten laste gelegde.
3. Kenbron van gevoerde verweren; de raadsman dient te waken voor schriftelijke vastlegging daarvan in het proces-verbaal der terechtzitting, hetzij door een pleitnota over te leggen hetzij door een verzoek conform art. 326 lid 4 Sv.
Uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te 's‑Gravenhage ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.