NJ 1987, 748
HR, 20-01-1987, nr. 81479U
HR 20-01-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AC9668
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 januari 1987
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Jeukens, Beekhuis, Mout: Meijers
- Zaaknummer
81479U
- LJN
AC9668
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1987:AC9668, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑01‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AC9668, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑1987
- Wetingang
Sv art. 297 lid 5; UW art. 18 lid 3 onder b; UW art. 26 lid 3; UW art. 28 lid 4; UW art. 29; UW art. 34 lid 2; EUV art. 7 lid 2; EUV art. 13
Essentie
1. Het kennelijk oordeel van de rechtbank, na schorsing van het onderzoek ter terechtzitting anders samengesteld, dat de onduidelijkheid in de door Italie overgelegde stukken is opgeheven is niet onbegrijpelijk en kan als van feitelijke aard niet verder ten toets komen.
2. Aan de rechter die heeft te oordelen omtrent de toelaatbaarheid van de uitlevering komt geen oordeel toe aangaande de rechtsmacht van de verzoekende Staat; de in art. 7 lid 2 Europese Uitleveringsverdrag gegeven bevoegdheid komt niet toe aan de rechter maar aan de minister.
3. De klacht dat ter zitting niet de korte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.