HR, 20-01-1987, nr. 80256E

Documentgegevens:

HR 20-01-1987, ECLI:NL:PHR:1987:AD5698

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 20 januari 1987
Magistraten: Van Der Ven, Mout, Davids, Remmelink
Zaaknummer: 80256E
LJN: AD5698
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1987:AD5698, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑01‑1987
ECLI:NL:PHR:1987:AD5698, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑1987
Wetingang: Sr art. 37; Sr art. 38; Sr art. 39; Sr art. 40; Sr art. 41; Sr art. 42; Sr art. 43; Sr art. 44; Sv art. 261; Vestigingsbesl. bouwnijverheidsbedrijven art. 30

Essentie

1. Nu 's hofs oordeel dat de opgave van het ten laste gelegde feit voldoet aan het gestelde in art. 261 Sv juist is en zelfstandig de verwerping van het beroep op nietigheid van de dagvaarding draagt, kan het in dit verband verder overwogene buiten beschouwing blijven.

2. Toereikende weerlegging van het beroep op rechtsdwaling in verband met verleende ontheffing en achterwege blijven van controle.

Voorgaande uitspraak

Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te Arnhem, economische kamer, van 29 nov. 1985, alsmede tegen alle op de terechtzitting van dit hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.