NJ 1987, 593
HR, 16-12-1986, nr. 79857
HR 16-12-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC9612
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 december 1986
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Meijers
- Zaaknummer
79857
- LJN
AC9612
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC9612, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑12‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC9612, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑1986
- Wetingang
Sr art. 225; Sr art. 416; Sv art. 261; Sv art. 350; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6
Essentie
1. De telastelegging ter zake van het valselijk opmaken van cheques is voldoende feitelijk.
2. De stelling dat ter zake van ‘uit winstbejag vervoeren’ slechts veroordeling kan volgen indien wordt bewezen verklaard dat de dader beoogde door het vervoer winst te behalen vindt geen steun in het recht.
3. Het hof heeft de bij de strafoplegging in aanmerking genomen omstandigheid dat ‘verdachte gedurende een aanmerkelijke periode, steeds weer opnieuw, zeer intensief heeft deelgenomen aan een omvangrijk gestolen-cheques-circuit’ kunnen afleiden uit hetgeen ter zitting is gebleken; de waardering van deze factor kan in cassatie niet worden getoetst.