HR, 02-12-1986, nr. 80425

Documentgegevens:

HR 02-12-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AB8198

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 2 december 1986
Magistraten: Bronkhorst, De Waard, Beekhuis, Meijers
Zaaknummer: 80425
LJN: AB8198
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1986:AB8198, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑12‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AB8198, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑1986
Wetingang: Sv art. 338; Sv art. 344 lid 1 onder 2°; Sv art. 358 lid 3; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3

Essentie

1. Geen rechtsregel verbiedt een aanvullend proces-verbaal opgemaakt naar aanleiding van opmerkingen van een raadsman tot bewijs te laten meewerken.

2. Geen verweer conform art. 358 lid 3 Sv; schrijffout in de feitelijke en niet onbegrijpelijke weerlegging van het verweer; ‘niet aannemelijk gemaakt’ wordt verstaan als ‘niet aannemelijk geworden’; verweer overigens weerlegd door gemotiveerde bewezenverklaring.

Voorgaande uitspraak

Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de Rb. te Middelburg van 14 febr. 1986 in de strafzaak tegen Jacobus Pieter van D., geboren te Middelburg op 21 juni 1958, te Middelburg.

1

De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.