NJ 1987, 418
HR, 25-11-1986, nr. 79791
HR 25-11-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC9583
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 november 1986
- Magistraten
Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Remmelink
- Zaaknummer
79791
- LJN
AC9583
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC9583, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑11‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC9583, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑11‑1986
- Wetingang
Essentie
1. Geen ‘onder zich hebben’ in de zin van art. 321 Sr; het hof kon de bewezenverklaring afleiden uit de bewijsmiddelen en kwalificeren als diefstal.
2. Nu de stukken niets inhouden, waaruit zou volgen dat de eerdere veroordelingen het hof bekend waren of behoorden te zijn, kan in cassatie niet met vrucht aan het hof worden verweten dat het niet conform art. 63 Sr daarmee rekening heeft gehouden.
Samenvatting
Ad. 1. Voor ‘onder zich hebben’ conform art. 321 Sr is een feitelijke machtsverhouding tot de goederen niet steeds voldoende, terwijl hetgeen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.