NJ 1987, 664
HR, 11-11-1986, nr. 1844
HR 11-11-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC2210
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 november 1986
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, Jeukens, Mout, Davids, Remmelink
- Zaaknummer
1844
- LJN
AC2210
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC2210, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑11‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC2210, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑1986
- Wetingang
Sv art. 65 lid 2; Sv art. 252 lid 1; Sv art. 277 lid 3; Sv art. 280a; Sv art. 328
Essentie
1. Indien door het hof niet ‘zo spoedig mogelijk’, als bedoeld in art. 252 lid 1 Sv is beslist, behoeft die nalatigheid, waarop in de wet geen nietigheid is gesteld, niet te leiden tot vernietiging van 's hofs beschikking.
2. Toereikende weerlegging van het verweer dat het de officier van Justitie niet vrij staat te dagvaarden ter zake van feiten waarvoor de verdachte zich niet in voorlopige hechtenis bevindt onder mededeling van zijn voornemen om ter terechtzitting na de aanvang van het onderzoek schorsing daarvan te vorderen ook wanneer hij er aldus op uit was een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.