NJ 1987, 391
HR, 14-10-1986, nr. 79381
HR 14-10-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC3766
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 oktober 1986
- Magistraten
Van Der Ven, De Waard, Haak, Beekhuis, Mout, Meijers
- Zaaknummer
79381
- LJN
AC3766
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC3766, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑10‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC3766, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑1986
- Wetingang
Sr art. 51; Sr art. 55 lid 2; Sr art. 225; Sv art. 261 lid 1; Sv art. 311; Sv art. 344 lid 1 onder 2°; Sv art. 358 lid 3; RO art. 99 lid 1 onder 1°; OSV art. 53
Essentie
1. Het hof kon de telastelegging met de vermelding van Assen als vestigingsplaats van de besloten vennootschap aldus opvatten dat de verboden gedraging is begaan te Assen en oordelen, dat de plaats waar het feit is begaan conform art. 261 lid 1 Sv op genoegzame wijze is vermeld.
2. Nu uit het proces-verbaal der terechtzitting niet blijkt dat de procureur-generaal andermaal het woord voerde moet het ervoor gehouden worden dat de raadsman, die daarna het woord heeft gevoerd, conform art. 311 lid 4 juncto 331 lid 1 Sv het laatst heeft gesproken. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.