NJ 1987, 390
HR, 14-10-1986, nr. 79326
HR 14-10-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC3765
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 oktober 1986
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Waard, Haak, Mout, Meijers
- Zaaknummer
79326
- LJN
AC3765
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC3765, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑10‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC3765, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑1986
- Wetingang
Essentie
1. Het hof behoefde geen aanleiding te vinden de geldigheid van de appeldagvaarding nader te onderzoeken alvorens verstek te verlenen; de stelling dat het hof, gelet op de omstandigheden dat in eerste aanleg een principieel verweer was gevoerd en in tweede aanleg dezelfde raadsman was toegevoegd, de behandeling van de zaak had moeten aanhouden toen verdachte niet verscheen, vindt geen steun in het recht.
2. Uit de bewezenverklaring blijkt dat het hof het binnentreden in de woning en de inbeslagneming aldaar in de door het hof vastgestelde omstandigheden rechtmatig achtte, het hof behoefde zich niet eigener beweging daaromtrent ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.