NJ 1987, 133
HR, 10-06-1986, nr. 79559
HR 10-06-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC1494
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 juni 1986
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Waard, Haak, Mout, Meijers
- Zaaknummer
79559
- LJN
AC1494
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC1494, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑06‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC1494, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑06‑1986
- Wetingang
GW art. 7; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6; EVRM art. 10
Essentie
1. ‘Plakverbod’; het oordeel van de Rb. dat niet aannemelijk is geworden dat art. 69 APV Utrecht geen gebruiksmogelijkheden van enige betekenis van het middel van verspreiding van meningen overlaat, is van feitelijke aard en niet onbegrijpelijk.
2. Het appelvonnis bevat geen strafmotivering: nietigheid.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de Rb. te Utrecht van 13 juni 1985 in de strafzaak tegen Theodorus Wilhelmus Gerardus R., geboren te Utrecht op 9 sept. 1960, te Utrecht.
1
De bestreden uitspraak
De Rb. heeft in hoger beroep — met vernietiging van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.