NJ 1987, 84
HR, 03-06-1986, nr. 1750
HR 03-06-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AB8452
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juni 1986
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Waard, Jeukens, Haak, Remmelink
- Zaaknummer
1750
- LJN
AB8452
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AB8452, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑06‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AB8452, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑1986
- Wetingang
Sr art. 326; Sv art. 218; Sv art. 250 lid 5; Sv art. 254
Essentie
1. Vervolg van NJ 1985, 450. Verwijzing naar de terechtzitting; de weerlegging van het verweer dat een vraag en verzwijgingen door een advocaat geen oplichtingsmiddelen zijn is toereikend en geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
2. Door enige ware mededeling door de verdichtsels te mengen of deze daaraan te laten voorafgaan kan de schijn worden versterkt dat het gehele samenweefsel van mededelingen, vragen en verzwijgingen niet strekt tot misleiding.
3. Onvoldoende aanwijzing van schuld? Het hof heeft — overwegende dat niet hoogst onwaarschijnlijk is, dat de strafrechter, later oordelend, het ten laste gelegde bewezen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.