NJ 1986, 741
HR, 15-04-1986, nr. 79422
HR 15-04-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC4108
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 april 1986
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, Haak, Beekhuis, Mout, Meijers
- Zaaknummer
79422
- LJN
AC4108
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC4108, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑04‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC4108, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑04‑1986
- Wetingang
Sr art. 289; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6
Essentie
1. De opvatting dat de voorbedachte raad in de zin van art. 289 Sr mede betrekking heeft op de uitvoering naar tijd en plaats van de levensberoving, vindt geen steun in het recht; nu ook de bewoordingen van de telastelegging niet aldus behoefden te worden verstaan, kan de klacht dat dit niet uit de bewijsmiddelen kan volgen, niet tot cassatie leiden; toereikend bewijs van voorbedachte raad.
2. Het verweer dat het slachtoffer niet ‘met voorbedachten rade’ in de zin van art. 289 Sr van het leven is beroofd, vindt zijn weerlegging in de bewijsmiddelen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.