NJ 1986, 735
HR, 08-04-1986, nr. 79059
HR 08-04-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC0310, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 april 1986
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Waard, Jeukens, Beekhuis, Meijers
- Zaaknummer
79059
- Conclusie
A-G Meijers
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC0310
- JCDI
JCDI:ADS160580:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC0310, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑04‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC0310, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑04‑1986
- Wetingang
Sr art. 416; EVRM art. 6 lid 1; IVBP art. 14 lid 3 onder c
Essentie
1. Redelijke termijn; tussen de behandeling in eerste aanleg en die in hoger beroep zijn ruim 21½ maand verstreken; tussen 's hofs uitspraak en de behandeling door de HR zijn 25 maanden verstreken; geen schending van de art. 6 lid 1 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en 14 lid 3 onder c Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBP).
2. Toereikend bewijs van opzet bij de aankoop van door diefstal verkregen sieraden; het hof heeft verdachtes verklaring, gelet op de bewijsmiddelen in onderling verband beschouwd, als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.