NJ 1986, 662
HR, 18-02-1986, nr. 78997
HR 18-02-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC9224
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 februari 1986
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, Haak, Beekhuis, Meijers
- Zaaknummer
78997
- LJN
AC9224
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC9224, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑02‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC9224, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑02‑1986
- Wetingang
Sr art. 213; EVRM art. 6 lid 1; IVBP art. 14 lid 3 onder c
Essentie
1. 's Hofs oordeel dat het verweer uitsluitend betreft de vertraging in de behandeling na het door verdachte ingestelde hoger beroep (bijna 21 maanden eerder), berust op een niet onbegrijpelijke uitleg van het verweer en moet in cassatie worden geeerbiedigd; het hof was niet gehouden ervan te doen blijken of de behandeling van de zaak over het geheel genomen zonder schending van art. 6 lid 1 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en art. 14 lid 3 onder c Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBP) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.