NJ 1986, 672
HR, 04-02-1986
HR 04-02-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AB8654, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 februari 1986
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, Haak, Beekhuis, Mout, Remmelink
- Zaaknummer
[1986-02-04/NJ_62058]
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB8654
- JCDI
JCDI:ADS65662:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
EU-recht (V)
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AB8654, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑02‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AB8654, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑1986
- Wetingang
Essentie
1. Voor de opvatting dat aan het door de bevoegde autoriteit van de BRD gedane verzoek om rechtshulp geen gevolg mag worden gegeven door Nederland wanneer met de behandeling van dat verzoek door Nederland zoveel tijd is gemoeid geweest dat op zichzelf daardoor de wettelijke termijn als bedoeld in art. 6 lid 1 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is overschreden, is geen steun in het recht te vinden.
2. Kleine rechtshulp; uit de aard van het EVRM aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.